Uitkerkse Polder

Tussen de drukke badsteden Blankenberge en De Haan en de rustige polderdorpen Zuienkerke en Nieuwmunster ligt een eeuwenoud weidelandschap, de Uitkerkse Polder. Doorweven met vele sloten en bezaaid met tientallen veedrinkpoelen trekt dit gebied in de winter duizenden ganzen en eenden aan, terwijl de lente het toneel vormt van honderden baltsende weidevogels.

De 1400 ha grote Uitkerkse Polder heeft haar internationale faam te danken aan vogels. Van 15 november tot 15 februari is het ganzenseizoen en kan je in de Uitkerkse Polder allerlei soorten ganzen observeren, zoals Kleine rietgans, Kolgans en Brandgans. Samen met eenden vormen de vogels soms groepen van wel meer dan honderdduizend watervogels. Een waar schouwspel!

Elk jaar overwintert een aantal Velduilen in de Uitkerkse Polder. De polders zijn een kopie van de open broedgebieden van de Velduilen meer naar het noorden. Ze jagen meestal ‘s morgens of bij valavond. Het is niet gemakkelijk om een Velduil te spotten. Proberen maar! Maar ook Bruine en Blauwe kiekendieven jagen er op muizen, terwijl Slechtvalken voor paniek zorgen bij andere vogels. Soorten eenden als Smient, Wintertaling, Slobeend en Pijlstaart komen in grote aantallen voor, samen met steltlopers als Kievit, Tureluur, Scholekster, Goudplevier en Wulp. In april en mei zijn weidevogels troef. Onder meer de Kemphaan, Tureluur, Scholekster, Kievit en Grutto kan je er dan spotten. De Uitkerke Polder is de belangrijkste broedplaats van de Grutto in België, hier vind je de hoogste dichtheden.

Het internationale belang van de Uitkerkse Polder is groot als “pitstop” voor vogelsoorten die op hun trektochten naar hun broedgebieden of naar hun gebieden waar ze overwinteren even halt houden. Hier rusten ze uit en zoeken ze voedsel, zodat ze in prima conditie verder kunnen trekken.

Dankzij het brakke water, afkomstig uit het veen, de slootjes en het grondwater, zijn hier unieke planten terug te vinden.