Wat Doeveren zo uniek maakt, zijn zijn kleine heidegebiedjes met soorten die erg verschillen van de Kempense heide. Doeveren en omstreken was vroeger één groot heidegebied, maar bestaat nu grotendeels uit bossen. Het gebied sluit aan bij het gemeentelijk domein Merkemveld.
Toegankelijkheid
Het hele jaar vrij toegankelijk op de dreven en paden, groepsactiviteiten liefst in samenspraak met de verantwoordelijke (zie contact). ’s Zomers toegankelijk voor kinderwagens, nooit voor rolstoelen, ’s winters enkel voetgangers met laarzen. Honden welkom, aan de leiband. Hou binnen het begrazingsraster afstand van de runderen, zeker met honden.
De prachtige wandellussen van Natuurpunt zijn het verkennen waard. Het zijn routes die je meenemen langs alle speciale plekken in het natuurgebied. Je kan de paden gemakkelijk volgen door de bewegwijzering. Je wandelt langs heide, ven, bos en grazige weides. In de graslanden mag je naar hartenlust struinen door het lange gras. Zo kan je de runderen goed bekijken. De bruggetjes onderweg maken het parcours erg leuk en afwisselend.
Leuk voor kinderen
Kinderen kunnen vrij struinen door het lange gras in de graslanden. Ze kunnen daar ook de runderen ontmoeten en bruggetjes oversteken.
Beschrijving van het gebied
Heide is zeldzaam in West-Vlaanderen, maar in Doeveren vind je er nog. In de zomer kan je het niet missen. De paarse juweeltjes glinsteren dan in de ochtenddauw. Ze zijn zo bijzonder dat je ze best van naderbij bekijkt. Maar wees zorgzaam, want ze moeten goed beschermd worden.
Doeveren bestaat grotendeels uit zure loofbossen. Daarnaast komen er enkele naaldhoutplantages voor. De bossen zijn op rijen aangeplant, want ze waren oorspronkelijk bedoeld voor houtwinning. Vooral in de dreven vind je veel bijzondere planten.
In het gevarieerde landschap wandel je ook langs historische dreven, graslanden, weilanden, braakliggende akkers, dreven en bomenrijen. Doeveren is een klein deel van een groter groengebied. Het sluit namelijk aan bij het gemeentelijk domein Merkemveld.
Dieren en planten
In West-Vlaanderen vind je soorten die je niet vindt in de Kempense heide. Belangrijke soorten zijn rode dophei, bleke zegge en klein glidkruid. Op drogere plekken groeit er ook struikhei. Op en rond de vochtige, heischrale dreven kan je wilde gagel en ronde zonnedauw vinden. De nachtzwaluw, een zeldzame vogel van heidebiotopen, komt in Doeveren ook wel eens op bezoek.
De half ingesloten akkers en graslanden zijn een geliefkoosd leefgebied voor roofvogels zoals boomvalken, buizerden, haviken en sperwers. Bosvogels zoals houtsnippen, zwarte spechten, wespendieven, nachtegalen, gekraagde roodstaarten en wielewalen bewonen de bossen. Ook levendbarende hagedissen, hazelwormen en vinpootsalamanders vinden een plekje in Doeveren. Ze kunnen zich heel goed verstoppen en vinden op weinig andere plaatsen in Vlaanderen een thuis. Daarnaast passeren heel wat zoogdieren zoals egels, mollen, hazen, konijnen, muskusratten, bruine ratten, eekhoorns, wezels, bunzingen, vossen, muizen en vleermuizen in het gebied. Zelfs een boommarter werd al eens vastgelegd op beeld in Doeveren.
In Doeveren vind je gewoon vuurzwammetje. Die vuurrode hoed valt goed op en is bij droog weer duidelijk geschubd. In de bossen vind je zowel loof- als naaldbomen, waarbij talrijke symbionten (russula’s, boleten, melkzwammen), maar ook mooie opruimers (koningsmantel, porseleinzwam) en parasieten (eikhaas, grote sponszwam, kostgangerboleet) groeien.
Natuurbeheer
Doeveren is vooral potentieel belangrijk door de aanwezige heiderelicten en door de zaadbank die onder het bos zit. Vanuit de zaadbank kan in Doeveren opnieuw meer van deze bijzondere heide ontwikkeld worden. Natuurpunt wilt hier een open “wastinelandschap” creëren. Dat is een landschap dat getypeerd wordt door een mozaïek van heide en halfopen bos met vennen.
Daarnaast zorgt Natuurpunt ervoor dat de kunstmatig beboste percelen omgevormd worden naar meer natuurlijk bos. Aangekochte akkers mogen spontaan verbossen en doen dat ook razendsnel met berk en boswilg. Agrarische weilanden evolueren door maaibeheer en nulbemesting naar schraal hooiland. Monotoon naaldhout werd gekapt en door afgraving (plaggen) omgezet naar heide. Bossen met achtergebleven beheer werden gedund. Dit moet kansen bieden aan nieuw (loof)hout van verschillende leeftijden.
In de centrale graslanden is een ruim ‘ven’ gegraven om het waterleven tot in het hart van het gebied te brengen. De boomvalken genieten alvast van de extra libellen.
Het gebied wordt begraasd door gallowayrunderen. Ze worden ingezet als (na)begrazers op de hooilanden en blijven daar de hele winter. Ook in de bospercelen leveren de grote grazers belangrijk werk. Ze gaan een al te grote verbossing tegen van de open heiderelicten en houden de gedunde bospercelen vrij, waardoor nieuwe “kiemers” kansen krijgen. Daarvoor is het hele gebied omrasterd en komen wandelaars binnen via klaphekjes.
Een belangrijke beheermaatregel in Doeveren is de bestrijding van schadelijke, exotische planten en boomsoorten. Deze exotenbestrijding viseert vooral de Pontische rhododendron en de Amerikaanse eik. Beide soorten verhinderen een natuurlijke opbouw van het bosecosysteem door hun woekerend karakter en slecht verteerbare bladafval.
Geschiedenis
De benaming Doeveren zou “aan de oever van een vijver” betekenen. Het voormalige kasteeldomein ligt in het natuurgebied ten westen de autosnelweg Brugge-Kortrijk (A17/E403). De site wordt voor het eerst weergegeven op de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden, opgenomen op het initiatief van Graaf de Ferraris (1770-1778).
Aan de noordkant wordt het gebied omsloten wordt door Merkenveld. Het domein Merkemveld ontleent zijn naam aan de familie van Outryve de Merckem. Midden in het bos vind je het kasteel van Baesveld terug. Het kasteelpark van ruim 50 ha groot werd na de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk ingericht voor verblijfsrecreatie en sinds 1948 is er ook een scouts- en gidsencentrum gevestigd, later ook nog een speelbos. De gemeente bezit 20 ha van het domein en stelt dit open voor bezoekers.
Aan de oostkant ligt het oostelijk deel van Doeveren goed ingebed in de bossen van adellijke Oostkampse heren en het Kampveld.