De Paelsteenpanne is de grootste duinpanne aan de middenkust aan de voet van het imposante Spanjaardduin. Het reservaat (9 ha) is sinds 1991 in ons beheer; maar helaas niet vrij toegankelijk: de duinenrelicten zijn zo zeldzaam en de recreatiedruk groot. Wel kan je probleemloos kijken vanaf de paden.
Dit kalkrijk duin biedt een bont mozaïek van Duindoornstruweel, bloemrijke graslandjes, drogere mosduinen en enkele poelen met Kleine watersalamander en vele libellen. Duinvorming start met de fixatie van stuifzand door de kolonisatie met Biestarwegras, later neemt Helmgras over op de steeds hoger wordende embryonale duintjes. Zo heeft zich in de loop van een tiental jaar een nieuwe duinrij gevormd voor de vorige zeereep. Typische soorten hier zijn Zeeraket, Zeewinde, Blauwe zeedistel, Duinfranjehoed en Kustbehangersbij.
De bij storm overheersende noordwestenwind stuift het zand hier uit tot aan het grondwater-
niveau en boetseert duinen in een hoefijzervorm. Zeldzame planten als Duizendguldenkruid,
Moeraswespenorchis, Geelhartje, Addertong en Zomerbitterling snorren van plezier in de natte duinpanne.
Verderop, in het tot rust gekomen duinzand, mosduinen en kleurrijke kalkgraslandjes, wenken Zandzegge, Duinsterretjesmos, Muurpeper, Walstrobremraap en Bokkenorchis, net als dwergstruwelen met Kruipwilg, Rond wintergroen en Puntwasplaten.
Met het struweel (en de worteluitlopers) van Duindoorn moeten we oppassen. Ze overheersen nu al. Hoewel dergelijk struweel Nachtegaal, Fitis en Braamsluiper huisvest en de bessen in het najaar welgekomen voedsel voor de vele trekvogels bieden, moet het ook niet té worden … Daarom tomen we de oprukkende Duindoorn in, maaien graslandjes en herstellen de poelen, hierbij geholpen door grazers als af en toe een konijn, ezels of boerenpaarden.